Installaties beheren
De ene installatie is de andere niet. Toch hebben ze veel gemeen. Ontdek de algemene eigenschappen en functionaliteiten.
Een installatie toevoegen
De eenvoudigste methode is om in het menu naar Installaties te gaan en op de Nieuw-knop te drukken.
Een alternatieve aanpak is als volgt:
- Zoek de klant op en voeg deze toe als deze nog niet bestaat.
- Zoek binnen de klant naar de locatie en voeg deze toe indien nodig.
- Zoek binnen de gebouwen van de klant naar de installatie en voeg deze toe als deze nog niet bestaat.
Hoewel deze methode iets omslachtiger lijkt, heeft deze voordelen in een teamomgeving. Je kunt eerder ingevoerde fouten sneller identificeren en dubbele gegevens gemakkelijker voorkomen.
Info
Je krijgt automatisch een melding als een serienummer al eerder werd geregistreerd.
Basiseigenschappen
Elke installatie, onafgezien van het type installatie, beschikt over volgende informatie:
- De locatie.
- Een optioneel gebouw op die locatie.
- Een referentie of naam.
- Een optionele referentie zoals toegepast door de klant.
- De functie of het doel van de installatie.
- Een uniek token, automatisch toegekend door de applicatie.
Om een installatie registreren moet je enkel de correcte locatie aanduiden en de referentie of naam van het systeem invoeren.
Info
Het veld Locatie is geen tekstveld, maar een intelligente keuzelijst. In het veld vul je de klantnaam en/of het adres in, en daarna selecteer je de juiste locatie uit de lijst.
Locatie
De locatie of regio bepaalt welke regelgeving of formulier toegepast moet worden op de installatie. Je kan de locatie steeds achteraf corrigeren, maar de reeds ingevulde formulieren niet meer.
Gebouwen zijn doorgaans enkel relevant voor de energetische keuring van gebouwen, of op grote sites.
Referentie
De referentie is de naam van de installatie in Climapulse. Zorg er voor dat deze zo uniek mogelijk is. De applicatie zal je uit praktische overwegingen niet verbieden een referentie meerdere malen te gebruiken, dus zorg voor een conventie, zoals een combinatie van postcode, huisnummer en merk.
Het veld “Referentie klant” zorgt er voor dat je de interne naamgeving van de klant kan toepassen zonder dat jouw naamgeving in gevaar komt. Indien ingevuld zal dit ook de primaire wijze zijn om de installatie te identificeren in het klantenportaal. Zo moet je je niet afvragen welke installatie de klant bedoelt als ze een interventie vragen met hun naam.
Detailgegevens
Bij elke installatie die je opent, vind je diverse tabbladen met belangrijke informatie:
- Gegevens: Basisgegevens van de installatie.
- Installatiefiche: Voeg hier componenten toe zoals basisfiche, condensor, binnenunit, buitenunit, etc. en vul aanvullende gegevens in die later gebruikt kunnen worden voor het aanmaken van een kenplaat.
- Werkzaamheden: Een overzicht van alle relevante handelingen, opdrachten en metingen – oftewel, het installatielogboek.
- Lekverlies: Overzicht en historiek van het lekverlies van de installatie.
- Afspraken: Hier vind je de ingeplande afspraken en opdrachten voor de installatie.
- Feedback: Ontvang feedback vanuit de planningstool voor de technieker.
- Historiek: Een gedetailleerd overzicht van alle aangebrachte wijzigingen.
- Bijlagen: Zorg dat handleidingen, foto’s en andere documenten altijd binnen handbereik zijn.
Installaties filteren
Installaties spelen een centrale rol in Climapulse. Selecteer het tabblad ‘Installaties’ in het linkermenu om direct een overzicht van al je installaties te zien. Op deze pagina vind je diverse functies, waaronder de zoek- en filteroptie. Hiermee kun je installaties zoeken op basis van referentienaam, klantnaam en gemeente. Daarnaast kun je de lijst verfijnen op specifieke criteria, zoals type, model, merk, label of koelmiddel. Zo vind je snel en gericht de installatie die je zoekt en kun je je administratie efficiënt bijhouden.
Voor een verdere toelichting van opties en lijsten kan je dit artikel raadplegen.
Een label toekennen aan een installatie
Labels stellen je in staat om installaties te categoriseren op basis van status, kenmerken of andere aandachtspunten. Hiermee maak je belangrijke informatie direct zichtbaar. Lees het artikel “labels” voor meer details over het aanmaken van een label voor een installatie.
Een installatie wijzigen of verwijderen
Om een installatie te wijzigen, druk je potlood en je kan de nodige wijzigingen doorvoeren.
Een installatie verwijderen is doorgaans niet het juiste antwoord. Enkel indien de installatie dubbel werd ingevoerd of totaal niet van toepassing is ga je over tot het verwijderen.
Info
Climapulse staat het verwijderen van installaties waarop werkzaamheden zijn uitgevoerd niet toe, zodat de geschiedenis van alle handelingen te allen tijde beschikbaar blijft. Kies voor “Archiveren” als je een installatie niet langer in je lijst wilt weergeven.
Als een installatie buiten bedrijf is gesteld, lees dan dit artikel voor instructies over de juiste registratie in Climapulse.
Installaties kopiëren
Je kan eenvoudig een bestaande installatie kopiëren, met de optie om ook de bijlagen over te nemen. Zorg er wel even voor dat je de unieke gegevens van de nieuwe installatie correct invoert.
Tip
Voeg een interne klant toe waaraan je standaardinstallaties kan koppelen. Plaats je zo een nieuwe installatie, dan kan je het sjabloon daarvoor gewoon kopiëren en koppelen aan de juiste klant.