Forecasts
Climapulse Service gebruikt de eigenschappen van de installaties, gebouwen en werkzaamheden om te bepalen op welk moment een actie nodig is.
Om een hoge bedrijfszekerheid te garanderen, het energieverbruik van klimaatinstallaties te verkleinen én te voldoen aan reglementeringen moeten installaties op gezette tijden onder handen worden genomen. Climapulse Service gebruikt de eigenschappen van de installaties, gebouwen en werkzaamheden om te bepalen op welk moment een actie nodig is. Hierbij wordt rekening gehouden met de geldende regels op Europees, nationaal en, voor België, gewestelijk niveau.
Voor iedere installatie wordt de forecast weergegeven onderaan het detailscherm. Voor een totaalbeeld kan je navigeren naar Forecasts in het linkermenu. In dit scherm worden alle installaties weergegeven samen met de deadlines waarop er handelingen moeten worden uitgevoerd. Het is ingedeeld in vier tabbladen
- Toekomst
- Alle
- Onbekend
- Te laat
Vanaf dit scherm kun je direct interventies inplannen. Klik op “Inplannen” rechts van de betreffende installatie. Als je over de planningsmodule beschikt, word je daar automatisch naartoe geleid. Als je deze module niet hebt, kom je op het scherm voor een nieuwe werkbon voor die installatie.
Inplannen via een werkbon doe je als volgt:
Voer de werkbon in door een toekomstige datum te selecteren, de status op “Nog uit te voeren” te zetten en de werkbon op te slaan. Mocht dit betrekking hebben op een forecast die als “te laat” is gemarkeerd, dan zal deze pas uit de “Te laat”-lijst verdwijnen wanneer de opdracht als “Uitgevoerd” is aangemerkt.
Zodra de nodige gegevens zijn ingevoerd voor een installatie, kan het programma gaan voorspellen wanneer je een nieuwe periodieke controle moet gaan uitvoeren. Die gegevens zijn:
- De regio, die wordt bepaald door de locatie van de installatie.
- Het type koelmiddel.
- De nominale inhoud.
- Het CO2-equivalent (dit wordt automatisch berekend op basis van koelmiddel en inhoud).
- Of de installatie hermetisch gesloten is.
- Of er een adequaat lekdetectiesysteem is geïnstalleerd.
- De opleveringsdatum of, bij gebrek daar aan, een startdatum voor forecasts.
Hoe wordt de datum voor de forecast berekend?
- De datum van de laatste periodieke controle (cfr. lektest).
- Indien geen laatste periodieke controles: de opleveringsdatum van de installatie.
- Indien niet ingevuld: de startdatum forecasts.
- Indien niet ingevuld: de datum dat de installatie werd toegevoegd in Climapulse.
Het veld “Startdatum forecasts” kan gebruikt worden om een nieuwe datum in te stellen vanaf wanneer de berekening moet beginnen.

Forecasts instellen voor periodieke lekcontroles
Wanneer je een installatie toevoegt of wijzigt heb je de optie om de frequentie van periodieke controles in te stellen. Standaard wordt de automatische berekening voorgesteld die de frequentie volgt zoals vastgelegd door de wetgeving.
Je kan er echter ook voor kiezen om een eigen termijn te specifiëren of om forecasts voor de installatie uit te schakelen. Het eerste komt van pas wanneer je een specifiek onderhoudsschema hebt afgesproken met de klant. Het uitschakelen is er om te vermijden dat je forecasts te zien krijgt van installaties die je hebt gemonteerd maar niet verder onderhoudt.
Staan jullie helemaal niet in voor de lekcontroles, kies dan de optie Geen. Je zal de installatie niet terugvinden in de Forecasts.
Voor verwarmingsinstallaties ziet de forecast-weergave er iets anders uit dan bij koelinstallaties. Onderaan de installatie zie je dezelfde gegevens als bij een forecast van een koelinstallatie, maar het aanpassen gebeurt anders. Klik op “Wijzigen” bij het kopje Schema. Hier kun je kiezen voor een automatische berekening, een vaste termijn of geen berekening van de forecast.